Logo KNB.nl

Artikel 11

  1. De notaris doet terstond opgave aan de KNB en aan de kamer voor het notariaat van het aanvaarden en beëindigen van een al dan niet bezoldigde nevenbetrekking.
     
  2. De kamer kan bij met redenen omklede beslissing de uitoefening door de notaris van een nevenbetrekking ongewenst verklaren, indien hierdoor zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid wordt of kan worden beïnvloed dan wel de eer of het aanzien van het ambt wordt of kan worden geschaad. Van die beslissing zendt de kamer onverwijld bij aangetekende brief een afschrift aan de notaris. Daarbij deelt zij tevens mee op welke wijze de notaris tegen de beslissing beroep kan instellen. De KNB en het Bureau ontvangen elk een afschrift van de beslissing van de kamer.
     
  3. Binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing kan de notaris tegen de beslissing beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam. Tegen de beslissing van het gerechtshof is geen hogere voorziening toegelaten. De KNB en het Bureau ontvangen elk een afschrift van de beslissing van het gerechtshof.
     
  4. Indien de beslissing onherroepelijk is geworden of in beroep is bevestigd, is de notaris verplicht de nevenbetrekking zo spoedig mogelijk te beëindigen.
     
  5. De notaris is bevoegd om, voordat hij een nevenbetrekking aanvaardt, de kamer voor het notariaat te verzoeken een beslissing te nemen over de vraag of de uitoefening van deze nevenbetrekking toelaatbaar is. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing. Op de behandeling van de zaak bij de kamer voor het notariaat en bij het gerechtshof zijn de artikelen 101, 102 en 104 van overeenkomstige toepassing.
     
  6. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de toegevoegd notaris en de kandidaat-notaris.

 

'Nieuw is de regeling van de al dan niet bezoldigde nevenbetrekkingen van de notaris en de kandidaat-notaris. In verband met de eis van onpartijdigheid van de notaris is het van belang dat cliënten zich op een eenvoudige manier op de hoogte kunnen laten stellen van de nevenbetrekkingen.' (MvT II, 23 706, nr. 3, p. 22)

'De wet maakt bij de meldingsplicht geen onderscheid tussen nevenbetrekkingen die meer in de persoonlijke sfeer liggen en de nevenbetrekkingen die meer in de zakelijke sfeer liggen. Iedere nevenbetrekking moet eerst gemeld worden.' (NV, 23 706, nr. 6, p. 37)

'Het voorgaande brengt met zich dat bijvoorbeeld ook het bestuurslidmaatschap van een voetbalclub of van een kerkbestuur moet worden gemeld.' (NV, 23 706, nr. 6, p. 37)

'Het gerechtshof te Amsterdam is geen administratieve rechter in de zin van de Awb (vgl. artikel 1:4, tweede lid, Awb). Voorts gaat het in de artikelen 10 (lees: artikel 11, bew.) en 24 (lees: artikel 27, bew.) niet om een beoordeling van een besluit van een bestuursorgaan in de zin van Awb. De Kamers van toezicht (lees: de kamers voor het notariaat, bew.) uit de Wet op het notarisambt zijn namelijk geen bestuursorgaan, maar onafhankelijke, bij de wet ingestelde organen die (mede) met rechtspraak zijn belast (vgl. artikel 1:1, tweede lid, onder c, Awb). Deze rechtsprekende taak blijkt met name uit de artikelen (…) 89 (lees: artikel 93, bew.) e.v.' (NvW, 23 706, nr. 7, p. 15)


LID 1

'Met de eerste voorgestelde wijziging wordt in artikel 11 toegevoegd dat nevenbetrekkingen terstond gemeld moeten worden, vergelijk de melding van de waarnemingen in artikel 29, achtste lid.' (MvT II, 33 569, nr. 3, p. 4)

LID 2

'Met de onder lid 2 voorgestelde aanpassing wordt bereikt dat de afschriften aan de KNB en het Bureau niet als het afschrift aan de betrokkene(n) bij aangetekende brief dienen te worden verzonden.' (MvT II, 33 569, nr. 3, p. 4)