Logo KNB.nl

Artikel 14

  1. De notaris is met ingang van de eerstvolgende maand na het bereiken van de zeventigjarige leeftijd van rechtswege ontslagen.
     
  2. Aan de notaris die voor het bereiken van de in het eerste lid genoemde leeftijd ontslag verzoekt, wordt ontslag verleend bij koninklijk besluit, dat tevens de datum van ingang daarvan vermeldt.
     
  3. Op voordracht van Onze Minister kan de notaris bij koninklijk besluit worden ontslagen, indien hij:
    1. geen gevolg heeft gegeven aan de verplichting, bedoeld in artikel 11, vierde lid, om een ongewenst verklaarde nevenbetrekking te beëindigen;
    2. bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld dan wel aan hem bij een dergelijke rechterlijke uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft.
        
  4. Op voordracht van Onze Minister wordt aan de notaris bij koninklijk besluit ontslag verleend, indien hij:
    1. niet langer de Nederlandse nationaliteit bezit, of de nationaliteit van een andere lidstaat van de Europese Unie, van een overige staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat;
    2. een ambt of betrekking heeft aanvaard dat, onderscheidenlijk die, op grond van artikel 9 onverenigbaar is met het notarisambt.
       
  5. De griffiers der gerechten doen aan Onze Minister, de kamer voor het
    notariaat, de KNB en het Bureau mededeling van rechterlijke beslissingen
    als bedoeld in het derde lid, onderdeel b.
     
  6. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de toegevoegd
    notaris, met dien verstande dat zijn toevoeging door Onze Minister wordt
    ingetrokken dan wel kan worden ingetrokken.
     
  7. In geval van waarneming door de notaris of toegevoegd notaris is bij
    zijn ontslag, respectievelijk de intrekking van zijn toevoeging, tevens zijn benoeming als waarnemer van rechtswege ingetrokken.

'Overigens is het mogelijk dat een notaris na zijn defungeren nog werkzaamheden verricht in de notariële praktijk als kandidaat-notaris.' (NV, 23 706, nr. 6, p. 34)

'Voorgesteld wordt, om ter versterking van het waarborgen van de integriteit binnen het notariaat en van het aanzien van het ambt, de wettelijke regeling met betrekking tot ontslag uit het ambt uit te breiden. (…) De voorgestelde uitbreiding van artikel 14 Wna vervangt deels de regeling in het huidige (oude, bew.) artikel 108 Wna, op grond waarvan de tuchtkamer de mogelijkheid heeft om eventueel een notaris uit het ambt te ontzetten vanwege een onherroepelijke veroordeling wegens het plegen van een misdrijf. (…)
Omdat een benoeming tot waarnemer onafhankelijk is van de benoeming tot notaris, is voorzien in de doorwerking van ontslag uit het notarisambt in geval van waarneming. De ontslagregeling is van overeenkomstige toepassing op de toegevoegd notaris.’ (MvT II, 32 250, nr. 3, p. 19)