Logo KNB.nl

Artikel 16a

De artikelen 2:1 en 2:2 en de hoofdstukken 3, 4 en 9 van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing op de wettelijke werkzaamheden en de werkzaamheden die de notaris in samenhang daarmee pleegt te verrichten en op de weigering deze te verrichten.

'Bij de totstandkoming van de Gerechtsdeurwaarderswet is reeds helderheid verschaft over de positie van de gerechtsdeurwaarder. Voor zover deze ambtshandelingen verricht, is hij bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 van de Algemene wet bestuursrecht.
(...)
Nu ook onduidelijkheden over de positie van de notaris in het bestuursrecht zijn gerezen die een wettelijke regeling noodzakelijk maken, is van de gelegenheid tevens gebruik gemaakt om de artikelen 2:1 en 2:2 en de hoofdstukken 3, 4, 6, 7 en 8 Awb buiten toepassing te stellen op de notariële ambtshandelingen. Deze omvatten de wettelijke werkzaamheden en de werkzaamheden die de notaris in samenhang daarmee pleegt te verrichten (artikel 16 Wet op het Notarisambt). Op de buitenwettelijke (niet-ambtelijke) werkzaamheden van de notaris en de gerechtsdeurwaarder is de Awb niet van toepassing, omdat de notaris en gerechtsdeurwaarder bij het verrichten daarvan geen bestuursorganen zijn.
Uitsluiting van hoofdstuk 5 Awb dient geen praktische behoefte, nu de gerechtsdeurwaarder en notaris niet zijn belast met het toezicht in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Aangezien de Gerechtsdeurwaarderswet en de Wet op het Notarisambt voorzien in speciale regelingen voor waarneming en benoeming tot toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder en tot kandidaat-notaris, bestaat er evenmin behoefte om de bepalingen van hoofdstuk 10 Awb uit te sluiten.' (NvW, 27 845, nr. 6)

De hoofdstukken 6, 7 en 8 zijn uitgesloten door een toevoeging aan artikel 8:4 Awb van een onderdeel i, luidende:
i. houdende een ambtshandeling van een gerechtsdeurwaarder of notaris.’ (Zie NvW, 27 845, nr. 6.)
‘Nu (…) wordt voorgesteld om een bijzondere klachtenregeling in te voeren voor het notariaat door de instelling van een klachten- en geschillencommissie, wordt de interne klachtenregeling voor bestuursorganen, opgenomen in hoofdstuk 9 Awb, buiten toepassing verklaard. Ditzelfde geldt voor de klachtenregeling bij de Nationale ombudsman, althans wat betreft notarissen – niet wat betreft (andere) bestuursorganen als de KNB en het Bureau.’ (MvT II, 32 250, nr. 3, p. 19)