Logo KNB.nl

Artikel 17

  1. De notaris oefent zijn ambt in onafhankelijkheid uit en behartigt de belangen van alle bij de rechtshandeling betrokken partijen op onpartijdige wijze en met de grootst mogelijke zorgvuldigheid.
     
  2. De notaris mag zijn ambt niet uitoefenen in dienstbetrekking of in enig ander verband waardoor zijn onafhankelijkheid of onpartijdigheid wordt of kan worden beïnvloed.
     
  3. Het is de notaris verboden, rechtstreeks of middellijk, te handelen en te beleggen in registergoederen en effecten in ter beurze genoteerde en in niet ter beurze genoteerde vennootschappen, tenzij hij redelijkerwijs mag verwachten dat hierdoor zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid niet wordt of kan worden beïnvloed dan wel de eer of het aanzien van het ambt niet wordt of kan worden geschaad.

LID 1

'De onpartijdigheid geldt alleen voor de verrichting door de notaris van de over hem bij of krachtens de wet opgedragen werkzaamheden.' (MvT II, 23 706, nr. 3, p. 24)
'Als de notaris de belangen van één partij behartigt en dus als adviseur optreedt, is deze bepaling niet van toepassing. In dat geval moet de notaris zijn positie aan de wederpartij duidelijk kenbaar maken (...).' (NV, 23 706, nr. 6, p. 39)

'De notaris behartigt de belangen van "alle bij de rechtshandeling betrokken personen". Zo rust op de notaris die een akte verlijdt waarbij namens een partij wordt opgetreden door een vertegenwoordiger, de jegens alle belanghebbenden geldende verplichting zich zo volledig en nauwkeurig mogelijk ervan te vergewissen dat die vertegenwoordiger bevoegd is tot het namens de vertegenwoordigde verrichten van de in die akte opgenomen rechtshandelingen (Hoge Raad, 28 september 1990, NJ 1991, 473). Voorts zij gewezen op de jurisprudentie die aan de orde is gekomen bij het arrest van de Hoge Raad van 27 maart 1992 (NJ 1993, 188) en in de daarbij behorende noot is samengevat.' (MvT II, 23 706, nr. 3, p. 24)

'Het optreden als bemiddelaar bij de koop en verkoop van onroerende zaken, financieringen en verzekeringen moet dus in beginsel in strijd worden geacht met het nieuwe eerste lid.' (NV, 23 706, nr. 12, p. 21) Uit de aard der zaak valt het functioneren van de notaris bij een verkoop bij openbare inschrijving niet onder dit verbod.' (MvT II, 23 706, nr. 3, p. 24)
'Als de notaris bestuurder is van zijn notarispraktijkvennootschap en hij tevens daarin grootaandeelhouder is, is er geen sprake van een verband dat zijn onafhankelijkheid beïnvloedt. Hij heeft immers de volledige zeggenschap over die vennootschap.' (MvT II, 23 706, nr. 3, p. 24)

LID 3

'Op grond van deze bepaling zal het bijvoorbeeld de notaris wel zijn toegestaan om incidenteel betrokken te zijn bij onroerendgoedtransacties als daar een goede reden voor is. Als hij bijvoorbeeld zijn woonhuis niet tegen een redelijke prijs kan verkopen, maar wel kan verhuren, is dat toegestaan. Als hij een nieuw woonhuis heeft gekocht, maar dat uiteindelijk toch niet wil betrekken, omdat bij nader inzien blijkt dat dit huis toch niet geschikt is, moet hij het huis van de hand kunnen doen. En uiteraard zijn transacties die redelijkerwijs nodig zijn met het oog op de ambtsuitoefening of voor persoonlijke doeleinden, zoals onroerend goedtransacties betreffende de eigen kantoorruimte, de eigen woning, een tweede woning of een woning voor de kinderen toegestaan. Niet geoorloofd is echter het kopen van (verhuurde) woningen met het oogmerk deze na verloop van tijd, eventueel nadat de huurder is vertrokken, met winst te verkopen. Het verbod van artikel 17, derde lid, is dan van toepassing. Dit geldt ook voor de kandidaat-notaris, omdat deze handelwijze ook een behoorlijk kandidaat-notaris niet betaamt (artikel 98, eerste lid (lees: artikel 93, eerste lid, bew.)).
In verband met veranderde opvattingen omtrent zorgvuldige beroepsuitoefening en het wegnemen van vrees van voorwetenschap strekt het verbod zich ook uit tot de handel in effecten in ter beurze genoteerde vennootschappen.' (MvT II, 29 212, nr. 3, p. 4)

'(...) Een algeheel verbod om te handelen en te beleggen in registergoederen en effecten is dus niet nodig en zou ook een te ver strekkende maatregel zijn. Een notaris moet zowel voor zakelijke als privé-doeleinden de mogelijkheid hebben om onroerend goed te bezitten of (een gedeelte van) zijn vermogen in effecten te beleggen. Artikel 19, eerste lid, van de wet gaat er bovendien reeds vanuit dat de notaris rechtstreeks of middellijk de meerderheid van aandelen in een vennootschap kan houden. (...)
In een tuchtrechtelijke procedure worden klachten tegen notarissen en kandidaat-notarissen met redenen omkleed bij de kamer van toezicht (lees: de kamer voor het notariaat, bew.) ingediend (artikel 99, eerste lid). In een klacht op grond van artikel 19, derde lid, zal dus gemotiveerd moeten worden aangegeven waarom de notaris in strijd met dat artikel gehandeld heeft. De notaris kan zich tegen deze klacht verweren en daarbij bewijsstukken overleggen. In zoverre rust de bewijslast voor het niet strijdig zijn met artikel 19, derde lid, bij de notaris. (...)
Het gebruik van voorwetenschap in het kader van handel in effecten is als misdrijf strafbaar gesteld in de Wet toezicht effectenverkeer 1995. Dit sluit evenwel niet uit dat in de Wet op het notarisambt een verbod van handel en belegging in effecten in ter beurze genoteerde vennootschappen wordt opgenomen. Hiermee kan worden voorkomen dat de notaris zich aan gebruik van voorwetenschap schuldig maakt.' (NV, 29 212, nr. 7, p. 2)