'(...) Dit betekent overigens niet dat een ieder die op grond van deze uitbreiding een jaar langer kandidaat-notaris is, in die periode ook tot waarnemer benoemd kan worden. Om voor benoeming in aanmerking te komen moet voldaan zijn aan de in artikel 29, eerste lid, vermelde benoemingsvereisten, waaronder de eis dat men voorafgaande aan het verzoek om benoeming gedurende een al dan niet aaneengesloten periode van twee jaren binnen het tijdsbestek van drie jaren in het notariaat werkzaam moet zijn geweest (vanaf 1 juli 2014, geldt: de laatste twee jaar voorafgaand aan het verzoek om benoeming gemiddeld ten minste 21 uur per week in het notariaat werkzaam zijn geweest, bew.) (dan wel de versoepelde eisen voor de ‘lichte’ (vaste) waarneming, bew.). Ook is hij niet tot waarnemer benoembaar als hij de 65-jarige (inmiddels 70-jarige leeftijd, bew.) leeftijd reeds heeft bereikt (onderdeel M.1, artikel 29, eerste lid). (...)
De gedefungeerde notaris of de gewezen kandidaat-notaris die ambtshalve waarnemer is behoudt de hoedanigheid van kandidaat-notaris gedurende één jaar na het einde van de laatste waarnemingsperiode (artikel 30a, derde lid). Hij zal dus na iedere waarneming de keuze moeten maken of hij al dan niet nog een jaar waarnemingsbevoegd wil blijven en zal dit, als dat het geval is, binnen een week moeten melden aan de KNB (lid 4). Wel zal hij voor iedere waarneming opnieuw aan alle benoemingsvereisten moeten voldoen, waaronder de «twee binnen drie jaars-eis (vanaf 1 juli 2014: de 21 uurs-eis, bew.)». Als hij niet regelmatig waarneemt, zal hij dus spoedig niet meer voor een nieuwe waarneming in aanmerking komen.' (MvT II, 29 212, nr. 3, p. 6)
'Degenen die niet meer willen waarnemen en die dus niet de hoedanigheid van kandidaat-notaris willen krijgen of behouden, zijn niet langer lid van de KNB. Op grond van artikel 60 zijn namelijk alleen notarissen (inmiddels ook toegevoegd notarissen, bew.) en kandidaat-notarissen lid van de KNB.' (MvT II, 29 212, nr. 3, p. 7)