Logo KNB.nl

Artikel 48

  1. Wanneer aan de notaris een akte in de zin van artikel 156, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt aangeboden, met verzoek deze in zijn protocol op te nemen, is hij verplicht van de inhoud daarvan kennis te nemen en van de aanbieding en opname een akte te verlijden en het stuk aan die akte te hechten, onverminderd het bepaalde in artikel 95 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek.
     
  2. Onverminderd het bepaalde in artikel 21, tweede lid, kan de notaris zijn dienst weigeren indien de verzoeker niet aannemelijk kan maken dat hij bij opneming van het aangeboden stuk in het protocol een redelijk belang heeft.

'In het voorgestelde artikel wordt de mogelijkheid van deponeren bij de notaris beperkt tot akten in de zin van artikel 183, eerste lid, Rechtsvordering, derhalve ondertekende geschriften die zijn bestemd om tot bewijs te dienen. Dus geen koffers en juwelen en geen floppydisks, harddisks, chips, magneetbanden, optische schijven, microfiches of film. Hij moet van de inhoud kunnen kennisnemen. Dus geen codes of andere onontcijferbare informatiedragers en evenmin stukken die in een taal of in tekens zijn gesteld die de notaris niet kan kennen, tenzij een door een geautoriseerde vertaler vervaardigde vertaling is bijgevoegd. Van de inhoud van holografische testamenten, welke gesloten aan hem ter hand zijn gesteld en besloten of geheime testamenten, kan de notaris niet kennisnemen. Hiervoor geldt de regeling van Boek 4 BW.' (MvT II, 23 706, nr. 3, p. 42)

'Voor de deponering van source-codes zal zonodig een bijzondere regeling moeten worden ontworpen, waarbij het nog de vraag is of de inschakeling van de notaris en de gebruikmaking van de mogelijkheden om stukken in diens protocol op te nemen, als de meest voor de hand liggende oplossing moet worden beschouwd of dat andere bewaargevingconstructies de voorkeur verdienen. (...) De verplichting voor de notaris om van de inhoud van het aangeboden stuk kennis te nemen, is van belang omdat de notaris moet kunnen weten wat hij in zijn protocol opneemt. De notaris moet immers kunnen nagaan of er redenen zijn om zijn ministerie te weigeren, omdat hij niet kan meewerken aan handelingen die kennelijk een ongeoorloofd doel of gevolg hebben.' (NNV, 23 706, nr. 12, p. 39)

LID 2

'Een dergelijk belang bestaat bijvoorbeeld niet bij schrijvers of pamflettisten die romans, politieke geschriften of religieuze of op verbetering van de wereld gerichte traktaten (als dat akten in de zin van artikel 183 Rv zouden zijn) in het notariële protocol opgenomen willen zien om - naar zij aannemen - aan deze stukken eeuwigheidswaarde te verlenen.' (MvT II, 23 706, nr. 3, p. 42)