'Gebleken is dat de overbrengingstermijn van 75 jaar voor akten betreffende uiterste willen in sommige gevallen te kort is. Een testateur die op jonge leeftijd een testament heeft gemaakt (thans is de minimum leeftijd 16 jaar), loopt het risico dat nog tijdens zijn leven zijn testament naar de rijksarchiefbewaarplaats wordt overgebracht. Om te voorkomen dat deze testamenten op grond van de Archiefwet 1995 openbaar en raadpleegbaar worden, bestaat dan wel de mogelijkheid om bij overbrenging beperkingen aan de openbaarheid te stellen. Het is evenwel praktischer om die akten van de rest van het protocol af te zonderen en op een later tijdstip - na 100 jaar - over te brengen naar de rijksarchiefbewaarplaats. (...). In verband met deze wijziging zal in de ministeriële regeling op grond van artikel 54 (lees: artikel 58, bew.) (...) tevens worden bepaald dat akten betreffende uiterste willen afgescheiden van de rest van het protocol in de algemene bewaarplaats dienen te worden bewaard.' (NNV, 23 706, nr. 12, p. 43)