Logo KNB.nl

Artikel 8

  1. Degene die voor benoeming tot notaris in aanmerking wenst te komen dient bij de KNB een daartoe strekkend verzoek in, met opgave van de gemeente waarin hij voornemens is zich als notaris te vestigen. Bij het verzoek legt hij bewijsstukken over waaruit blijkt dat hij voldoet aan de voorwaarden van artikel 6. De overlegging van bewijsstukken met betrekking tot de voorwaarden als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdelen a en b, onder 1° en 2°, is niet vereist indien die reeds bij een eerder verzoek zijn overgelegd. In het verzoek doet hij tevens opgave van de werkgever of werkgevers bij wie hij als kandidaat-notaris of toegevoegd notaris in dienst is geweest. Bij indiening van het verzoek is voor de behandeling ervan door de verzoeker een vergoeding verschuldigd. De KNB geleidt het verzoek met de bewijsstukken door naar Onze Minister en doet afschriften toekomen aan de Commissie toegang notariaat en het bureau.
     
  2. Onze Minister wint advies in omtrent de persoonlijke geschiktheid van de verzoeker voor het notarisambt bij de door hem benoemde Commissie toegang notariaat. Bij onvoldoende gebleken persoonlijke geschiktheid voor het ambt van notaris of gegronde vrees voor enige schade aan de eer en het aanzien van het notarisambt, wordt het verzoek geweigerd. Een beschikking tot weigering van de benoeming wordt gegeven door Onze Minister.
     
  3. Ten behoeve van haar advies stelt de Commissie ten aanzien van de verzoeker een onderzoek in.
     
  4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de Commissie en haar werkzaamheden. Bij regeling van Onze Minister wordt de hoogte vastgesteld van de vergoeding, bedoeld in het eerste lid.
     
  5. Op het verzoek wordt beslist binnen vijf maanden na ontvangst ervan.
     
  6. De KNB en het Bureau kunnen met betrekking tot het verzoek advies uitbrengen aan Onze Minister.
     
  7. In afwijking van artikel 8:4, derde lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen een besluit tot benoeming tot notaris beroep instellen.

'Een positieve beslissing op een verzoek tot benoeming tot notaris wordt gedaan door middel van de vaststelling van een Koninklijk besluit als bedoeld in artikel 3. Uit doelmatigheidsoverwegingen ligt het niet in de rede dat weigeringsbeschikkingen eveneens bij Koninklijk besluit moeten worden genomen.' (NvW, 23 706, nr. 7, p. 15)

'Tegen een weigering van het verzoek om benoeming kan verzoeker in beroep gaan. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht staat beroep open bij de rechtbank en hoger beroep bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Er is geen reden om af te wijken van de gewone beroepsgang in bestuursrechtelijke zaken.' (MvT II, 23 706, nr. 3, p. 20)

‘Met de voorgestelde wijziging van artikel 8 Wna wordt voor de benoeming van notarissen een selectieprocedure ingevoerd (…). De nieuwe taak van advisering omtrent de persoonlijke geschiktheid voor het ambt van notaris wordt neergelegd bij de ‹‹Commissie toegang notariaat››. De beoordeling van de persoonlijke geschiktheid zal zich met name richten op eigenschappen als integriteit, onafhankelijkheid en onpartijdigheid. Met het laten meewegen van de persoonlijke geschiktheid bij de beslissing op het verzoek om benoeming tot notaris wordt het uitgangspunt, neergelegd in het huidige derde lid (lees: oude, bew.) dat een verzoek om benoeming alleen op bepaalde gronden kan worden geweigerd, verlaten (…) De Commissie adviseert de Minister, die vervolgens het besluit om benoeming neemt. Het advies zelf is niet gericht tot de verzoeker en is geen besluit in de zin van de Awb, dat vatbaar is voor bezwaar en beroep.’ (MvT II, 32 250, nr. 3, p. 18)

‘Het is inderdaad van belang dat dit onderzoek van voldoende diepgang zal zijn en geen vrijblijvend karakter heeft – voor ogen staat hierbij een selectieprocedure die vergelijkbaar is met die voor de benoeming van rechterlijke ambtenaren. (…) De bevoegdheid om te besluiten op een verzoek op benoeming krijgt daarmee een ruim en discretionair karakter.’ (NV, 32 250, nr. 6, p. 8)

LID 1

‘(…) wordt met de aanpassing van het voorgestelde eerste lid van artikel 8 Wna gebruik gemaakt van de mogelijkheid in artikel 4:1 van de Algemene wet bestuursrecht om te bepalen dat de aanvraag (het verzoek) wordt ingediend bij een ander bestuursorgaan, in dit geval de KNB, dan het bestuursorgaan dat op de aanvraag beslist.’ (NvW, 32 250, nr. 8, p. 5)

LID 2

‘Op grond van het nieuwe artikel 8 Wna zal ten aanzien van degene die verzoekt om benoeming tot notaris de persoonlijke geschiktheid voor de vervulling van het ambt worden getoetst. Met de voorgestelde aanvulling worden de afwijzingsgronden die specifiek betrekking hebben op de persoon van de verzoeker nog eens expliciet in de wet vastgelegd. Met «enige schade voor de eer en aanzien van het ambt» wordt, in tegenstelling tot de oude tekst van artikel 8 Wna, niet alleen gedoeld op de mogelijke gevolgen van toekomstig handelen van de verzoeker als notaris, maar nadrukkelijk ook op de gevolgen van de benoeming als zodanig. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen in het geval dat de verzoeker niet van onbesproken gedrag is en dat enkele gegeven bij benoeming reeds afbreuk zou kunnen doen aan de goede naam van het notariaat. Met de overeenkomstige toepassing van artikel 8 op grond van het nieuwe artikel 30c, tweede lid, Wna, geldt dit ook voor de eventuele afwijzing van verzoeken om goedkeuring van toevoeging (als toegevoegd notaris) aan een notaris.’ (MvT II, 33 569, nr. 3, p. 4)

LID 4

Verwezen wordt naar het Besluit op het notarisambt en de Regeling op het notarisambt. (bew.)